S325. We zijn net de enige personen op de hele wereld die elkaar aanvaarden zoals ze zijn

Onbekend

Ik kende haar al jaren van zien op school, maar had haar nooit echt ontmoet. Ze was gewoon de jongere zus van een klasgenoot. Jaren later kwam ik haar terug tegen op een fuif. Het was vlak na m’n skireis tijdens een voor mij heel zware, zwarte periode.

Tijdens het gesprek merkte ik dat haar bewondering groeide voor hetgeen ik al had doorstaan en ik zag haar ogen meer en meer fonkelen met de minuut. Na die avond spraken we wekelijks of soms meer af om over de dingen des levens te praten en onze problemen aan elkaar voor te leggen.

We wisten soms op voorhand al wat de ander zou zeggen en wisten altijd de ander op z’n gemak te stellen. Het was iets bovennatuurlijks. De gesprekken waren zo diepgaand en emotioneel dat de passie ook op andere gebieden toesloeg. Het waren de gelukkigste momenten van m’n leven.

Na een paar maanden gingen we dan toch elk onze weg, omdat er iets was dat mij verder afremde. Waarschijnlijk de angst om het beste klankbord ter wereld te verliezen, wie zal het zeggen…

In de daaropvolgende jaren hadden we sporadisch contact, niet meer, niet minder. Maar nu zijn we elkaar terug tegen gekomen op een moment dat één van ons twee terug met zware problemen zit. En zonder het te vragen staat die ander er terug, zoals een voorspelling die is uitgekomen.

De passie in het spreken is er nog steeds. Het elkaar aanvoelen ook. We zijn net de enige personen op de hele wereld die elkaar aanvaarden zoals ze zijn. En er hangt nog steeds elektriciteit in de lucht.

Zij is iemand die ik nooit kwijt wil en waarvan ik weet dat ik altijd op haar kan rekenen. Zij gaf me extra moed en levenslust en ik wil die terug. En de knuffels die me tot rust deden komen mis ik al meer dan zes jaar.

Sommige dingen zijn nu eenmaal onvoorspelbaar en tegelijk onvermijdelijk.