P0068. Zonder titel

Onbekend

Wat kennen jij en ik elkaar al lang.
We zijn elkaar kwijtgeraakt.
Ik was zelfs even vergeten dat jij bestond.
Toen kwam ik je weer tegen.
Een herkenning, door elkaars stem te horen.
En sindsdien staan we in elkaars geheugen gegrift.
Beiden beseffend, dat het niet zo mag zijn in dit leven.
En weer zijn we elkaar kwijtgeraakt.
Echter, wel met een mooie herinnering.
En wetende, dat dit afscheid niet voor eeuwig is.
Wat wel eeuwig is, is onze liefde voor elkaar.
Die bestaat al zo lang en zal nooit overgaan.
Op een goede dag zullen wij elkaar weer vinden.
En elkaar niet meer laten gaan.
Want in elkaars armen zijn we thuis.
Veilig…… Eén…..
Maar nu is daar het gemis.
Een onbeschrijflijke pijn in je hart en in je ziel.
Wel wetende dat jij er bent.
Maar lichamelijk onbereikbaar.
Gelukkig bestaat er zoiets als gedachtenkracht.
Dat verzacht de pijn een beetje.
En mijn verlangen naar jou.
Jij, mijn krachtige wederhelft.