P0044. Kahlil Gibran over ‘het huwelijk’

Onbekend

Ik herlas het deze week, na jaren, en snapte ineens: het kan bijna niet anders of hij heeft het over het huwelijk tussen tweelingzielen … en over niets minder …

‘Tezamen werd je geboren, en tezamen zul jevoor immer zijn.
Je zult tezamen zijn, als de witte vleugelen van de dood je dagen verstrooien.
Ja, je zult zelfs tezamen zijn in God’s stille herinnering.
Maar laten er tussenruimten zijn in je tezamen zijn.
Laat de winden des hemels tussen je dansen.

Hebt elkander lief, maar maakt van de liefde geen band:
laat zij veeleer zijn een golvende zee tussen de kusten van je zielen.
Vult elkanders bekers, maar drinkt niet uit dezelfde beker.
Geeft elkander van je brood, maar eet niet van hetzelfde stuk.
Zingt en danst tezamen en weest blijde, maar bent ieder alleen,
zoals de snaren van een luit op zichzelf zijn, al doortrilt hen dezelfde muziek.
Geef je harten, maar geef ze niet aan elkander in bewaring.
Want alleen de hand des levens kan je harten bevatten.
En staat tezamen, maar niet te dicht bijeen:
want de zuilen van de tempel staan ieder op zichzelf,
en de eik en de cypres groeien niet in elkanders schaduw.’